Samenhang tussen denken, waarnemen, voelen en doen

 

De MPA test als onderdeel van een mediation- of coaching traject

 

Wat wordt er precies gemeten?

Dit zijn de dertien aspecten van uw denken die MPA in kaart brengt:
1. Proactief of reactief?
Ben ik meer een doener of een denker? Neem ik snel initiatief of overweeg ik
eerst verschillende kanten van de zaak?
2. Naartoe of weg van?
Word ik geleid door de doelen die ik wil bereiken? Of wil ik vooral problemen
oplossen en moeilijkheden voorkomen?
3. Interne of externe referentie?
Ga ik af op mijn eigen normen en waarden of ga ik op anderen af om te weten
wat goed of fout is?
4. Opties of procedures?
Denk ik meer in keuzemogelijkheden of denk ik meer in stappenplannen?
Voldoet wel of voldoet niet?
Richt ik mijn aandacht op wat er goed gaat en wat er klopt of richt ik mijn
aandacht op wat er niet goed gaat en wat er niet klopt?
6. Controle binnen of buiten zelf?
Heb ik het idee dat ik mijn omgeving bepaal, of denk ik dat mijn omgeving mij
bepaalt?
7. Handhaving, ontwikkeling of verandering?
Houd ik van stabiliteit, houd ik van geleidelijke verandering of houd ik van
snelle verandering?
8. Globaal of specifiek?
Denk ik in grote lijnen of let ik op de details?
9. Mensen, activiteiten of informatie?
Wat vind ik het belangrijkste? Relaties, handelingen of gegevens?
10. Concept, structuur of gebruik?
Ben ik meer bezig met de essentie, met de samenhang of met de toepassing
in de praktijk?
11. Samen, nabijheid of alleen?
Houd ik van hechte samenwerkingsverbanden, van lossere teams of doe ik
het liever helemaal alleen?
12. Heden, verleden of toekomst?
Op welke van deze drie tijdsfactoren ben ik het meest gericht?
13. Visueel, auditief of kinesthetisch?
Denk ik meer in beelden, meer in geluiden of meer in gevoelens?

 

Voorbeeld van een grafiek